PASSIE VOOR HET SPELLETJE
Ik begon met tennis op 3-jarige leeftijd. Waarom ik met deze sport begonnen ben, is nog altijd een vraag. Mijn vader is altijd een heel fanatieke topsporter geweest, dus ik denk dat het deels daarmee te maken heeft. Tot mijn 12de heb ik ook nog gevoetbald, maar ik heb uiteindelijk voor tennis gekozen. Ik heb enorm veel passie voor het spelletje. En ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken en dat is super! In 2011 was ik nummer 1 van de wereld in het dubbelspel bij de jeugd en speelde ik alle vier de grandslam finales met verschillende partners. Ik ben verder ook heel trots op mijn behaalde WTA-titels en mijn selecties bij de Fed Cup voor team Nederland.
Ik kwam uit de kast in mijn sportclub op 18-jarige leeftijd. Ik heb het gewoon verteld aan mijn trainers en medespelers omdat ik het niet meer fijn vond om dit alleen voor mezelf te houden. Ik was vanbinnen zo gelukkig, maar kon dit niet aan de buitenwereld laten zien. Nadat ik het verteld had, reageerde iedereen erg enthousiast en positief. Sommigen zeiden dat ze een vermoeden hadden, maar iedereen vond het erg leuk.
SCHRIK VOOR SPONSORS
“Sommigen zeiden dat ze een vermoeden hadden, maar iedereen vond het erg leuk.”
Bij mijn outing heb ik eigenlijk geen enkele negatieve reactie ontvangen. Ik was ook niet bang voor de reacties van andere mensen, maar vond het wel erg spannend. Je weet uiteindelijk niet wat anderen hiervan vinden. Daarom had ik wel schrik om sponsors te verliezen waardoor ik misschien zou moeten stoppen met tennissen. Maar gelukkig ben ik hierdoor geen sponsors verloren!
Ik heb het gevoel dat holebi’s in de sportwereld als ‘normaler’ beschouwd worden. Je ziet in ieder geval meer mensen die uit de kast komen en er wordt op een gewone manier over gesproken. Binnen het tenniscircuit waar ik speel is het eigenlijk de normaalste zaak van de wereld; niemand kijkt raar op als je uit de kast komt. Ik heb het idee dat het vooral binnen de mannelijke teamsporten nog lastig is om uit de kast te komen.
INVLOED OP JE PRESTATIES
Aan jonge sporters zou ik het volgende willen zeggen: “wees jezelf en denk aan jezelf. Jij bent degene waar het om gaat en jij moet gelukkig zijn. Blijf nergens mee lopen, dit is niet goed voor jou als persoon maar ook niet als sporter. Het kan zeker invloed hebben op je prestaties. Hoe beter je in je vel zit, hoe groter de kans dat je beter gaat presteren.” Toen ik eenmaal uit de kast was, heb ik zelf ook gemerkt dat ik me zoveel beter in mijn vel voelde en ik beter ging presteren. Het is begrijpelijk dat het moeilijk is in het begin, maar erna vraag je jezelf af waarom je dit niet eerder hebt toegegeven. Je moet je 100% kunnen focussen op je sport en niet met andere dingen bezig zijn.