Ik ben rond mijn 19 jaar beginnen beseffen dat ik op vrouwen val. Ik was met een paar vriendinnen op surfkamp en elke avond werd afgesloten met een feestje. Daar heb ik wel wat uitgeprobeerd bij de jongens en ja, dat was leuk. Maar als er een avond iets gebeurde met een jongen, dan moest ik de dag nadien niets meer van hem weten. Achteraf besefte ik dat er iets niets klopte. Dat was voor mij het keerpunt.
Kort daarna had ik een gesprek met mijn moeder in de auto. Ze was aan het vissen naar mijn liefdesleven, je kent dat wel. Plots vroeg ik haar hypothetisch “Stel dat ik op een meisje val…” En dan was haar reactie eigenlijk super positief. Daar was ik uiteraard erg blij om. Enerzijds had ik dus ervaren dat jongens me niet zo boeiden en anderzijds had ik de goedkeuring van mijn ouders. Ik besliste toen om het gewoon allemaal op mij af te laten komen.
Eigenlijk weet ik dus pas sinds mijn 20-21 jaar dat ik op vrouwen val. Dat is misschien wat laat, maar ik heb heel lang getwijfeld en zat lang in de ‘ontkenningsfase’. Eens ik het dan wist, vond ik dat ook wel echt moeilijk om te vertellen in mijn ploeg. Eigenlijk heeft iemand van mijn toenmalige ploeg het zelf ontdekt. Ze had mij met een meisje gezien op een feestje. En ja, het contact tussen twee vrouwen die verliefd zijn op elkaar is wel iets anders dan tussen twee vriendinnen. Dus zij had ons wel door.
Mijn toenmalig vriendin en ik speelden in dezelfde ploeg, uiteindelijk we moesten het wel vertellen. We wilden dat ze het wisten, maar zelf kon ik het niet zeggen. Waarom weet ik niet, misschien omdat ik al geconfronteerd werd met negatieve reacties en ik nu ook schrik had? Daarom vertelde een teamgenote het voor ons. Het gebeurde zeer plots en slechts met een paar woorden: “Ja jongens, ik moet iets zeggen, dat is een koppel”. BAM. En je zag iedereen kijken, maar onmiddellijk werd duidelijk dat ze er niet van schrokken. Achteraf gezien vind ik het goed dat het zo gegaan is, want je moet daar niet te veel doekjes om winden.
In mijn ploeg waren wij twee de enige lesbische meisjes. Ook nu, in mijn nieuwe ploeg ben ik waarschijnlijk de enige die op vrouwen valt. Zelfs in onze volledige reeks ken ik er misschien hooguit twee of drie andere, dat is op zich niet veel. Ik denk dat dit veel minder is dan bijvoorbeeld in het voetbal*, of je ziet het althans veel minder. Je kan het zien aan het gedrag, maar ook het uiterlijk speelt een rol: volleybal is een vrouwelijkere sport. Je hebt korte shortjes en vrouwelijkere tenues. Voetbal daarentegen, is wat losser en chiller. Er wordt bij volleybal niet noodzakelijk anders met holebi’s omgegaan, maar het is gewoon minder gekend. Of misschien wordt het vrouwenvoetbal gewoon meer aanvaard? Er is ook wel een bepaald stereotiep beeld dat heerst over lesbische vrouwen: “Oh, ze speelt voetbal, ze zal wel lesbisch zijn.” of “Oh, die heeft kort haar, ik schrik er niet van”. Dat vind ik zo jammer.
In mijn team ondervind ik alvast geen problemen. Ik kom ervoor uit en maak er grapjes over. Nu toch, vroeger uiteraard niet, want makkelijk is het niet. Maar ik heb het in mijn huidige ploeg eigenlijk zo snel mogelijk verteld. Anders zou ik het awkward beginnen vinden, want ik vind het belangrijk dat ik mijn vriendin kan meenemen. Ik wil helemaal geen schrik hebben om mijn lief mee te nemen naar de sport die ik doe. Mijn ploeggenoten stonden er allemaal voor open en ze vinden het trouwens zelf ook grappig om mopjes te maken. Ze weten dat het mag en dat ik er niet mee inzit. In het begin was dat wel even aftasten natuurlijk. Want bij een nieuwe ploeg moet mensen natuurlijk opnieuw leren kennen, dus je zit toch weer met die drempel waar je overheen moet.
Mijn toenmalig vriendin en ik speelden in dezelfde ploeg, uiteindelijk we moesten het wel vertellen. We wilden dat ze het wisten, maar zelf kon ik het niet zeggen. Waarom weet ik niet, misschien omdat ik al geconfronteerd werd met negatieve reacties en ik nu ook schrik had?
Ook mijn trainer maakt er geen probleem van. Hij vraagt soms hoe het met mijn vriendin gaat, maar velt er zeker geen oordeel over. Dat geldt ook voor mijn vorige trainer trouwens; we zaten als koppel in zijn ploeg, maar hij heeft daar eigenlijk nooit een probleem van gemaakt. Gelukkig! Want ik kan mij voorstellen dat het niet altijd zo vanzelfsprekend is. Er zijn mensen die hierover een zeer uitgesproken mening over hebben.
Volgens mij is het makkelijker om in een teamsport uit de kast te komen. In een team zit je met leeftijdgenoten en ik denk dat bij hen het beeld over holebi’s echt wel oké is en dat ze er niet zo negatief tegenover staan. In een ploeg weet je bovendien dingen over elkaar, je praat over van alles met elkaar. Ik vind het logisch dat je dan ook over je liefdesleven spreekt. Als je daarentegen alleen bent in je sport, is het volgens mij veel moeilijker, omdat je niet weet hoe mensen gaan reageren.
Er zijn zeker nog steeds mensen die negatief staan tegenover holebi’s, dat heb ik zelf al ervaren. De ouders van mijn ex-vriendin waren er bijvoorbeeld totaal niet oké mee, wat ook de reden is waarom die relatie is afgesprongen. Alles was nochtans eerst positief, want ze kenden mij tenslotte van de volleybal. Ik was een tof meisje in hun ogen, tot dat ze wisten dat ik met hun dochter samen was… dan was ik ineens the evil one die hun dochter had overtuigd. Ik ben daar dan een jaar niet binnen mogen komen. Maar ook van wildvreemden heb ik al negatieve reacties gehad; Een dronken meisje die mij op de tram uitschold voor vuile lesbo of mensen die mij op straat van kop tot teen bekijken, dat kan mij echt een slecht gevoel geven.
In vergelijking met vroeger is het wel veel verbeterd, maar het is nog niet wat het zou moeten zijn en dat vind ik gewoon super frustrerend. Binnen mijn ploeg is dat allemaal oké, maar ik heb veel meer schrik om mij te outen bij een wildvreemde. Je kent die persoon niet en weet niet hoe iemand denkt. Naast alle positieve ervaringen, zijn het vooral de negatieve die je onthoudt en die ervoor zorgen dat je schrik blijft hebben om het te vertellen.
Binnen de ploeg heb ik nooit een voorbeeld gehad. Ik was de eerste en enige. Buiten de volleybal wel, ik had een goeie vriend die heel open was dat hij op mannen viel. Hij had geen schaamte en was gewoon zichzelf. Ik vond dat wel leuk en ik denk dat hij de persoon is naar wie ik toen opkeek.
Volgens mij is het makkelijker om in een teamsport uit de kast te komen. In een team zit je met leeftijdgenoten en ik denk dat bij hen het beeld over holebi’s echt wel oké is en dat ze er niet zo negatief tegenover staan.
Verder heb ik het allemaal zelf moeten uitzoeken. Mocht iemand het lef hebben gehad om naar mijn geaardheid te vragen, dan had ik daar wel over willen spreken. Ik zou het niet ontweken hebben, toch niet op de leeftijd van 19 jaar. Voordien heb ik het wel verzwegen: Ik was net 18 en ineens kreeg ik de vraag “Sielke, hoe komt dat jij nu nog nooit een vriendje gehad hebt?” Ik trok mijn schouders op, maar voelde de volgende vraag al aankomen… “Val jij op meisjes?” Ik ontkende het compleet. Het gaat gewoon om de manier waarop je zoiets vraagt. Zo dus niet.
Moest iemand in mijn ploeg het moeilijk hebben met zichzelf, denk ik dat ik haar niet te veel zou pushen, anders ga je misschien een averechts effect bereiken waarbij de persoon zich er volledig tegen gaat afsluiten. Het is beter om eerder wat subtiele dingen te vragen: “Hoe is het in de liefde? Heb je iemand op het oog? En hoe loopt het?” Dan denk ik dat die persoon zich iets meer op zijn gemak gaat voelen. En misschien zou ik ook wel die herkenbaarheid delen, want ik heb ook een periode gekend waarbij ik lang twijfelde. Samen zouden we er dan wel een antwoord op kunnen vinden.
Op dit moment boeien andermans reacties mij niet meer, nu moeten ze het maar aanvaarden. Vroeger wel, toen had ik er wel schrik voor. Zo kreeg ik bij het douchen de reactie van een medespeelster: “Ah, chance dat dat hier aparte douches zijn!” Dat was natuurlijk om te lachen, maar zoiets onthoud je toch. Ik denk dat je dit niet zegt als je het niet meent, al is het maar een beetje. Ik was toen zelf nog maar uit de kast en dan hoor zoiets liever niet. In het begin kon ik echt niet goed lachen met zulke mopjes. Maar je leert daarmee leven en dan doe je het gewoon ook zelf. Eens er wat tijd over gaat, leer je dat relativeren: Ik weet het, iedereen weet het, en het is oké.
*Editors note: vrouwenvoetbal