AUTEUR: MARGOT
#SorryJohan, dat ik als tiener werd uitgescholden voor ‘vieze pot’, er rare handgebaren werden gemaakt en ik uit alle macht probeerde om verliefd te worden op een jongen zodat ik normaal zou zijn, of me in ieder geval normaal zou voelen.” “Sorry Johan, dat ik zeven jaar met een geheim heb rondgelopen omdat ik bang was iedereen kwijt te raken.” “Sorry Johan, dat ik bang was in elkaar geslagen te worden mocht ‘het geheim’ uitlekken.” “Sorry Johan, dat ik spreek over mijn partner en niet mijn man.” “Sorry Johan dat ik eens van m’n fiets ben getrapt omdat ik ‘gay fietste’.”
Het is ondertussen al wel enkele jaren geleden dat ik voor de eerste keer mijn gesloten deur open deed en vertelde aan de mensen dat ik “lesbisch” was, maar gek genoeg bracht zijn uitspraak me terug naar de meest donkere periode in mijn leven. Ik herinner me namelijk nog hoe ik op een basketwedstrijd door het andere team werd uitgelachen, omdat ik zogezegd te mannelijk was. Als jonge puber, zoekend naar je geaardheid en naar wie je wil zijn in deze samenleving, komen zo’n woorden bikkelhard aan. Het snijdt dwars door je ziel, het breekt je op manieren dat je liever niet had willen weten en het maakt je bang om echt jezelf te zijn. Ze lachten met me, een hele wedstrijd lang en elke keer zei er wel iemand hoe mannelijk ik was, hoe lelijk ik was en of ik ook zo’n vuile pot was. Ik vraag me af, Johan, hoe de 13-jarige zoekende versie van jezelf zou hebben gereageerd op dit soort leeftijdsgenoten. Bij mij was het gewoon pure schaamte: ik heb er niets van gezegd tegen mijn coach, team of ouders maar ben die avond wenend in mijn bed gekropen. De hele nacht en zelfs de weken nadien heb ik geprobeerd om “normaal” te zijn.
“Uit de kast komen heeft niets te maken met karakter. Het is een van de vele problemen die de binaire heteronormatieve samenleving met zich meebrengt en het wordt in stand gehouden door uitspraken als de uwe.”
Als puber realiseren dat je gaat moeten vertellen aan de wereld dat je een andere geaardheid hebt, is hels. Je gaat door een innerlijke tweestrijd en vaak schamen we ons nog veel te hard. We leven in een samenleving waarbij iedereen hetero is, tot het tegendeel is bewezen. En wanneer dat tegendeel wordt uitgesproken, stoten we nog te vaak op negatieve reacties. Het zal wel een fase zijn, zeggen ze dan. Of het is een verwarde periode waar je door moet. Soms zeggen ze je zelfs hoe je niet lijkt op “een holebi”, alsof we als holebi’s ons moeten inschrijven voor een bepaalde metamorfose. Beeld je dat dan eens in, beste Johan: een kleedkamer van 10 puberende vijftienjarigen, elk met hun eigen onzekerheden en hun eigen zoektocht. En uit die groep staat er één dappere sporter op, met de woorden “ik val op hetzelfde geslacht”. Hoe angstaanjagend denk je dat dit is? De woorden “janet”, “manwijf” en “vuile homo” worden maar al te vaak langs de zijlijn geroepen. 82% van ondervraagde holebi’s in een grootschalige enquête* was al eens het slachtoffer of getuige van homofobie in de sport. En naar rolmodellen moet je al helemaal niet zoeken, want ze zijn in de wereld van de topsport nog met veel te weinig.
Uit de kast komen heeft niets te maken met karakter en hangt niet af van de flinkheid die we bezitten of het lef dat we met ons mee dragen. Het is een maatschappelijke onachtzaamheid, een doodgezwegen feit. Het is een van de vele problemen die de binaire heteronormatieve samenleving met zich meebrengt en het wordt in stand gehouden door uitspraken als de uwe. 49% van de homomannen, 39% van lesbische vrouwen én 80% van de biseksuele mannen blijven in hun veel te kleine kast zitten, uit angst voor discriminatie en onbegrijpende blikken van hun eigen coach en team. De ex-doelwachter van Cercle Brugge zei ooit dat hij het ongemakkelijk zou vinden om te moeten douchen met een homo en de coach van het Kroatische elftal vond homoseksualiteit in 2004 nog abnormaal. Managers van grote sportclubs lieten zich al meermaals ontvallen dat holebi’s tegennatuurlijk zijn en dat die schuld voornamelijk bij de ouders ligt omdat zij niet genoeg om hun kinderen geven. En de sportwereld heeft zich in het verleden meermaals gekant tegen de komst van mogelijke Gay Games, want België had toch helemaal geen janettenspelen nodig.
“Die “hysterische homootjes” zoals jij ze noemt, hebben gewoon een duidelijke bekommernis: zorg ervoor dat elk kind zich goed voelt op een veld.”
De vraag die we ons beter zouden stellen, beste Johan, is waarom zo’n Gay Games nodig zijn in de samenleving van vandaag. We zouden ons moeten afvragen hoe het komt dat 1 op 5 homomannen nog altijd te horen krijgt hoe douchemomenten wel de tofste zullen zijn. We moeten ons afvragen waarom we nog altijd zo hard vasthouden aan dat hokjesdenken en waarom lesbische meisjes in de basketwereld wel aanvaard zijn, maar homomannen een taboe blijven in de voetbalwereld. We zouden ons moeten afvragen waarom macho en mannelijk synoniemen van elkaar zijn en waarom homo niet past bij het beeld van een goede sporter. We zouden ons de vraag moeten stellen waarom we een geaardheid laten bepalen wat voor iemand die persoon is. En we zouden ons collectief de vraag moeten stellen waarom u denkt dat uit de kast komen alles te maken heeft met karakter.
De zoektocht is vaak al verpletterend moeilijk, de aanvaarding is geen vanzelfsprekende opdracht en de afkeurende blikken of negatieve commentaar demotiveren je alleen maar. De brief had een heel duidelijk doel en wou voornamelijk de sportwereld doen nadenken over een pijnlijk doodgezwegen feit. Die “hysterische homootjes” zoals jij ze noemt, hebben gewoon een duidelijke bekommernis: zorg ervoor dat elk kind, elke jongere, elke sporter, ongeacht geaardheid, ras of religie, zich goed voelt op een veld. Zorg ervoor dat ze gelukkig kunnen zijn wanneer ze hun schoenen strikken en het veld betreden en zorg ervoor dat ze kunnen praten onder de douche over wat en wie hen gelukkig maakt. Uiteindelijk is dat niet meer dan gewoon voorzien in een fundamenteel recht, beste Johan: het recht om aanvaard te worden.
Opiniestuk geschreven door Margot: volg haar op Instagram en Twitter
Heb je na het lezen van dit artikel vragen of heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be. Voor info of een luisterend oor kan je ook steeds terecht bij Lumi op het nummer 0800 99 533 of via www.lumi.be