Al van jongs af aan was gevechtssport het enige wat telde voor mij. Mijn familie dacht dat dit kwam door mijn liefde voor de Teenage Mutant Turtles en de Power Rangers. Sinds mijn vierde ben ik ben bezig met gevechtssport. Als kind startte ik met judo en zeer snel merkte ik dat ik echt van die wedstrijden genoot. Op mijn tiende stapte ik over naar taekwondo en leerde dat dit een Olympische sport is. Vanaf het eerste moment dat ik mijn bescherming aandeed en mijn eerste trap uitdeelde, wist ik dat dit was waar ik moest zijn. Dit was de sport waarin ik wou uitblinken.
Voor ik me outte, had ik echt moeite om voorbeelden van holebi- en transgendersporters te vinden. Het kwam helemaal niet zo vaak voor.
Tegenwoordig ben ik volledig uit de kast. Jarenlang werd mij verteld dat wie ik was, hoe ik eruit zag en hoe ik mezelf voorstelde, fout was. Maar enkele jaren geleden maakte ik de beslissing om me te outten binnen mijn sport en zichtbaar te zijn. Om me nooit te schamen voor wie ik ben. Vandaag maak ik deel uit van een club en team dat onvoorwaardelijk van mij houdt en mij steunt, maar dat is ooit anders geweest.
Mijn huidige coach en taekwondoclub daarentegen steunen mij en andere holebi- en transgenderpersonen volledig. Dat motiveert me om voortdurend te streven de beste atlete te zijn die ik kan zijn. Met zo’n coach als die van mij, is het makkelijk om een open en transparante ‘atleet-coach’-relatie en -vriendschap op te bouwen. Dat betekent ook dat ze in staat is om het beste in mij naar boven te brengen. Ik heb zo’n trots gevoel als ik mijn club mag vertegenwoordigen in de ring.
Taekwondo is een ietwat rare sport: Je vecht individueel in de ring, maar je traint samen met anderen in een team. Je lacht, zweet, weent en bloedt samen. Je troost elkaar bij verlies en viert winst als een team. Dus ik ben niet zeker of er een verschil is tussen individuele sporten en groepssporten op vlak van uit de kast komen. Ik weet niet of het ene makkelijker is dan het andere. Ik denk dat uit de kast komen nooit een makkelijk proces is, in geen enkele situatie.
Pesterig en kleinerend was het, toen hij op regelmatige basis in het midden van de les “gay“-mopjes vertelde in het bijzijn van de rest van de groep.
Voor ik me outte, had ik echt moeite om voorbeelden van holebi- en transgendersporters te vinden. Het kwam helemaal niet zo vaak voor. Als 17-jarige, zoekend om uit de kast te komen, keek ik vooral op naar bekende figuren die zich goed voelden in hun vel, mensen die ik sowieso al fantastische atleten vond. Ik denk dat we wereldwijd stelselmatig wel een positieve verandering zien op vlak van holebi’s en transgenders in de sport. Over de hele wereld zijn er steeds meer grote sportcompetities die anti-homofobie akkoorden sluiten. En bekende professionele atleten zijn niet bang meer om uit de kast te komen en zijn trots op wie ze zijn.
Mijn advies voor anderen is dat je nooit bang hoeft te zijn om een authentiek leven te leiden terwijl je je sportieve doelen en dromen probeert na te streven. Je staat er niet alleen voor. Iedereen heeft het recht om te sporten in een veilige en inclusieve omgeving waar je volledig jezelf kan zijn. Wie je bent of van wie je houdt, verandert niets aan hoe je een wedstrijd speelt.