Ik was 18 jaar toen ik de stap zette om met mijn homoseksualiteit naar buiten te komen en dat was uiteraard niet evident. Als ik de steun van mijn partner niet zou gehad hebben, dan had ik me zeker niet geout tijdens mijn sportcarrière. Nadat we nagingen hoe we het zouden doen en welke gevolgen dit kon hebben, positief en negatief, heb ik de stap toch gezet.
Mijn outing gebeurde via een artikel in een weekblad, zo heb ik mijn verhaal maar één keer moeten vertellen. Mijn dichte familie had ik voordien persoonlijk ingelicht, maar bij de rest van de familie, vrienden, schoolgenoten, het leger en mijn sport, hebben de sociale media en het geroddel gewoon hun werk gedaan. Dat was voor mij eigenlijk wel makkelijk, maar zeker ook beangstigend om hun reacties pas achteraf te weten.
Wat hielp om die stap te zetten, was dat ik al veel bereikt had in de sport. Ik was wereldkampioen, heb verschillende wereldrecords geschoten en ben meermaals Belgisch kampioen geweest. Ik had mijzelf dus al bewezen en stond veel sterker in de schoenen.
Uiteraard zou ik tegen mijn 11-jarige zelf nu zeggen dat ik vroeger uit de kast moest komen. Eigenlijk had ik er minder zwaar aan moeten tillen dan ik nu gedaan heb.
Ik had ook het voordeel dat handboogschieten een individuele sport is. Volgens mij is dit veel gemakkelijker dan wanneer je in een teamsport zit, want je moet met minder mensen rekening houden. Mijn entourage stond wel dicht bij mij, maar voordien pols je wel hoe ze denken en hoe ze reageren. Mijn trainer was een ouder persoon en maakte er geen probleem van, maar er werd ook niet diepgaand of uitgebreid over gesproken. De rest van mijn entourage, zoals de kinesist en personal trainer, waren twintigers en ook zij hadden er geen problemen mee.
Achteraf stel je je de vraag of het het eigenlijk waard is om zolang te wachten om ermee naar buiten te komen en zo lang geheimzinnig te doen, maar als profatleet hou je met alles rekening. Ik moest bijvoorbeeld veel privésponsoring binnenhalen om mijn sport te kunnen financieren. Handboogschieten is sowieso geen mediasport en van Bloso kwam ook niet veel steun. Gelukkig heb ik geen tegenkantingen ervaren bij sponsors. Mijn grootste sponsor was een Nederlands bedrijf en Nederland staat ook iets verder op gebied van aanvaarding dan België. Het was bovendien ook geen omvangrijk bedrijf die heuse mediacampagnes had. Dus ook mijn coming-out tegenover de sponsors viel erg goed mee.
Op die leeftijd had ik zeker nog de ambitie om een Olympische atleet te zijn en nam ik deel aan een multidisciplinaire stage van BOIC. Dan sport je een hele week samen met judoka’s, wielrenners, etc. Toen stond ik wel bekend als “de homo van het boogschieten”, maar het is nu niet dat er ooit effectief grove pesterijen zijn geweest. Dus voor mij is het gelukkig allemaal positief uitgedraaid. Dat neemt niet weg dat mocht ik een groepssporter zijn, ik dan niet één keer, maar toch meermaals erover zou nadenken of ik tijdens mijn carrière uit de kast zou komen.
Tijdens de eerste wedstrijden na mijn coming-out werd er natuurlijk wel over gesproken. De meeste reacties waren overwegend positief. Via-via hoorde je dat enkele personen er wel slecht op gereageerd hadden, maar nooit in mijn gezicht. Je hebt altijd mensen die het er moeilijk mee hebben maar dat heb ik gelukkig niet rechtstreeks ervaren. Ze deden ook niet anders tegenover mij. Het enige lastige was wanneer we internationale wedstrijden hadden en we kamers moesten delen. Dat was soms wel een ongemakkelijk moment. Maar nooit was er iemand die zei “nee, nooit van mijn leven”.
Achteraf stel je je de vraag of het het eigenlijk waard is om zolang te wachten om ermee naar buiten te komen en zo lang geheimzinnig te doen, maar als profatleet hou je met alles rekening.
Tijdens buitenlandse wedstrijden werd er met mijn tegenstanders nooit over mijn homoseksualiteit gesproken, maar de meesten wisten het wel. Ik heb allerlei culturen meegemaakt, van Rusland tot Korea. Die hebben er nooit een probleem van gemaakt, maar ik zou toch niet graag in hun nationaal team staan als homo.
Voor mijn coming-out had ik het wel erg moeilijk met mijn homoseksualiteit, ook met mezelf als persoon. In mijn sport kreeg ik al mentale begeleiding aangezien het een concentratiesport is. Maar toen heb ik toch even extra psychologische hulp gezocht om mijzelf te kunnen aanvaarden en alles te kunnen kaderen. In die tijd kwam de Pride enkel in beeld met de extravagante pluimen. Als je als 11-jarige samen met je ouders naar tv zit te kijken, dan zwijg je wijselijk.
Uiteraard zou ik tegen mijn 11-jarige zelf nu zeggen dat ik vroeger uit de kast moest komen. Eigenlijk had ik er minder zwaar aan moeten tillen en had ik er veel minder energie in moeten steken dan ik nu gedaan heb. Er was vooral veel stress en denkwerk voor niets, maar dat weet je niet op voorhand. Het is ook menselijk dat je eerst alle opties gaat aftoetsen, dat je subtiele opmerkingen vanuit je omgeving analyseert en pas daarna een beslissing neemt over welke stappen je zet. Uit de kast komen is niet simpel en zal altijd moeilijk blijven.