Van zodra ik kon wandelen, speelde ik sport, het maakte niet uit wat of waar! Ik speelde vijftien jaar lang voetbal op een vrij hoog niveau tot een serieuze blessure in mijn gezicht me afstopte. Toen ik naar de universiteit ging, wou ik eens iets anders proberen. Ik koos om te gaan rugbyen en keek niet meer niet meer om naar mijn voetbalblessure.
Ik weet al jarenlang dat ik lesbisch ben, maar probeerde het actief te verbergen en uit mijn hoofd te verbannen. Toen ik 19 jaar oud was, vertelde ik het aan mensen want ik kon de innerlijke onrust die ik voelde niet meer verdragen. Ik was super nerveus om het tegen mijn beste vriendin te zeggen, maar dwong mijzelf om het toch te doen – toen we vaststonden in het verkeer terwijl we op weg waren om te gaan shoppen, heb ik die woorden als het ware uitgespuwd. Ze keek me aan en zei: “dat is geweldig, maar ik ben meer bezorgd over onze shoppingdag”. Hierdoor voelde ik me erg op mijn gemak, ze maakte het de normaalste zaak van de wereld terwijl ik dacht dat het niet ok was. Ik geloof dat toen ik vertrouwen kreeg in mezelf, ik ook meer vertrouwen kreeg in mijn sportambities.
Ook mijn team is volledig op de hoogte dat ik lesbisch ben en behandelt mij niet anders. Ik was in het begin bang dat mensen zich oncomfortabel bij mij zouden voelen in de kleedkamer, maar eerlijk gezegd ondervond ik geen enkel verschil – niemand zat ermee in. Ik heb eigenlijk niets dan steun van mijn team ervaren en ik weet dat mocht iemand een probleem maken van mijn geaardheid, dat ze mij meteen zouden steunen.
Uit de kast komen in mijn sport, betekende erg veel voor me. Ik wilde andere jonge mensen die in dezelfde situatie als ik zitten, tonen dat mensen het enkel belangrijk vinden dat je een goed persoon en een teamspeler bent. Niemand vindt het erg dat ik lesbisch ben, het kan hen enkel schelen of ik er elke week op training ben en ik mij volledig geef tijdens een wedstrijd.
Er zijn verschillende mensen uit de kast binnen mijn team, en ik denk dat ze hetzelfde ervaren. We worden nooit anders behandeld, maar zijn gewoon deel van het team. Enkel wat we bereiken met het team is belangrijk.
Niemand vindt het erg dat ik lesbisch ben, het kan hen enkel schelen of ik er elke week op training ben en ik mij volledig geef tijdens een wedstrijd.
Mijn club en coaches steunen mij heel hard, al denk ik dat het veel makkelijker is om uit de kast te komen in een team dan als individuele sporter. Deze mensen zijn je vrienden, we zijn zowel een team op als naast het veld. In een individuele sport is het moeilijker omdat de spotlights alleen op jou gericht zijn. Teamsporters hebben de vrijheid om op anderen te leunen, terwijl je als individuele atleet enkel jezelf hebt. Bijvoorbeeld wanneer ik aan CrossFit doe, is het op mijn eentje. Ik heb mezelf ook nooit echt geout bij mijn vrienden of coach van de crossfitclub. Maar ik heb het ook nooit echt verborgen, ik denk dat ze het gewoon weten en me niet anders behandelen.
Het Verenigd Koninkrijk biedt fantastische steun aan de LGBTQI-gemeenschap, zowel in de sport als in het gewone leven. Dit maakt het voor mij als lesbienne in de sport veel comfortabeler. Veel Britse atleten die in de spotlights staan, vermijden om hun persoonlijk leven openbaar te maken aan het grote publiek, maar ze kunnen echt een verschil maken als ze er eerlijk over zijn. Niet enkel voor jonge atleten maar ook voor hun ouders, grootouders, familie en vrienden. Het laat hen toe om het te begrijpen en te accepteren zodat die jonge atleten meer vertrouwen krijgen en hun talent verder kunnen ontplooien.
Ik keek wel op naar Tom Daley (Olympische schoonspringer) want zijn coming-out gaf me echt troost. Hij was op het hoogtepunt van zijn carrière en had genoeg zelfvertrouwen om zichzelf in een kwetsbare positie te plaatsen en uit de kast te komen.
Er zijn niet veel bekende Britse LGBTQI atleten, maar ik keek wel op naar Tom Daley (Olympische schoonspringer) want zijn coming-out gaf me echt troost. Hij was op het hoogtepunt van zijn carrière en had genoeg zelfvertrouwen om zichzelf in een kwetsbare positie te plaatsen en uit de kast te komen. De algemende reactie hierop was vooral positief en leidde tot nationale steun.
Aan jonge atleten zou ik zeggen: een goed mens zijn, is het belangrijkste dat er bestaat. En om een goed persoon te zijn, moet je jezelf kunnen zijn. Die sprong wagen en uit de kast komen is griezelig, soms (zo ook voor mij) is het hard om het te aanvaarden. Maar het gevoel wanneer je jezelf eindelijk kunt aanvaarden, is fantastisch. Ik geloof dat toen ik vertrouwen kreeg in mezelf, ik ook meer vertrouwen kreeg in mijn sportambities. Wees eerlijk tegen jezelf. Voor de weinige mensen die je negatief zullen benaderen, zijn er veel meer om je aan te moedigen en je te steunen bij hetgeen je wilt bereiken in je sport.
Toen ik jonger was, had ik graag de boodschap gekregen dat het oké is, dat het niet verkeerd is. Het is gewoon liefde.